In eerdere uitspraken is vastgesteld dat onder laden en lossen verstaan wordt: “het continu in- of uitladen van goederen van enige omvang of gewicht, direct nadat het voertuig stilstaat en gedurende de tijd die hiervoor nodig is”. Deze goederen moeten zo zwaar of omvangrijk zijn dat ze niet of moeilijk op een andere manier dan met een auto kunnen worden gebracht of gehaald.
In het betreffende geval dat door de Hoge Raad werd behandeld, ging het om een bezorger van groente- en fruitpakketten. Deze bezorger had geen parkeerbelasting betaald tijdens het laden en lossen van de pakketten en ontving twee naheffingen voor parkeerbelasting. Hierop besloot de bezorger naar de rechter te stappen.
De zaak kwam voor het gerechtshof in Den Haag, dat oordeelde dat er sprake was van laden en lossen en dat er dus geen parkeerbelasting hoefde te worden betaald. Het Hof baseerde zijn beslissing mede op het feit dat de bezorger meerdere pakketten afleverde en ook lege verpakkingen meenam. Of dit in sommige gevallen ook op een andere manier dan per auto had gekund, was volgens het Hof niet relevant.
De Hoge Raad vond deze laatste interpretatie van het Hof echter onjuist. De vraag of de pakketbezorger meerdere pakketten heeft bezorgd, speelt geen rol. De Hoge Raad stelde dat per parkeeractie moet worden onderzocht of er aan de voorwaarden voor laden en lossen is voldaan.
De Hoge Raad heeft de zaak terugverwezen naar het Hof Amsterdam. Daar zal worden onderzocht of bij de betreffende parkeeracties waarvoor een naheffing voor parkeerbelasting is opgelegd, daadwerkelijk sprake was van laden en lossen. Het is aan de pakketbezorger om dit te bewijzen.