Wat is het gebruikelijk loon?

De regeling voor gebruikelijk loon is van toepassing op iedereen die een zogenoemd aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap en ook daadwerkelijk werkzaamheden uitvoert binnen deze vennootschap.
Als je een aanmerkelijk belang hebt in een bv en daarnaast bezig bent met werkzaamheden voor deze bv, dient je loon in 2025 vastgesteld te worden op het hoogste van de onderstaande bedragen:

• het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, of
• het loon van de bestbetaalde werknemer in jouw bv of aanverwante bv’s, of
• € 56.000 (2025).

Mag je een lager gebruikelijk loon hanteren?

In bepaalde gevallen is het mogelijk om uit te gaan van een lager loon dan het vastgestelde gebruikelijk loon. Startende ondernemingen kunnen bijvoorbeeld maximaal drie jaar een lager loon hanteren als de bv door het opstarten van de onderneming financieel niet in staat is om het gebruikelijk loon te betalen. Ook als je onderneming structureel verlies lijdt waardoor de continuïteit in gevaar komt, kan er voor een lager loon gekozen worden.

Kernactiviteiten van de dga

Recent vond er een rechtszaak plaats bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, waar een dga niet in zijn verzoek om een lager gebruikelijk loon slaagde. Hij voerde verschillende argumenten aan om zijn loon onder de wettelijke norm te laten vallen. Zo stelde hij dat zijn werkzaamheden voornamelijk vergelijkbaar waren met die van een secretaresse. Desondanks had de dga zelf aangegeven dat hij ook enkele kernactiviteiten uitvoerde, maar vond hij dat dit geen invloed op zijn loon moest hebben.

Parttime werkstatus

De dga argumenteerde verder dat hij parttime werkzaam was voor de bv, maar dit kon hij niet onderbouwen. Bij het vaststellen van het gebruikelijk loon dient altijd uitgegaan te worden van een volledig salaris op basis van een reguliere werkweek. Of je nu parttime werkt of niet, is volgens het Hof in deze situatie dus irrelevant.

Verliesgevende situatie

Tot slot stelde de dga dat een lager gebruikelijk loon gerechtvaardigd was vanwege de structurele verlieslijdende status van zijn onderneming. Hoewel het mogelijk is om in dergelijke gevallen een lager gebruikelijk loon vast te stellen, dient dit wel goed onderbouwd te worden. De dga mocht echter niet overtuigen, mede door het feit dat zijn rekening-courantpositie was toegenomen.

Het Hof handhaafde dan ook de navorderingen.